Terugblik op de Dag van de Logopediewetenschap 2023

Wat was het een interessante dag afgelopen zaterdag 10 juni op de Dag van de Logopediewetenschap. Dit jaar voor het eerst bij het VierTaal College in Amsterdam, een school voor voortgezet onderwijs voor leerlingen met gehoorbeperkingen of problemen met spraak en taal.
Wij als bestuur, de deelnemers en ook de sprekers hebben veel ideeën opgedaan m.b.t. cultuursensitief werken in logopedische zorg en wetenschap.
Kon je er onverhoopt niet bij zijn? We geven je een korte impressie door middel van onderstaand dagverslag.

Nadat voorzitter Erik Hersbach de dag opende, introduceerde secretaris Eline Alons alle sprekers voor die dag.

Prof. dr. Ellen Gerrits gaf een introductie op het thema cultuursensitieve zorg. Het is belangrijk dat we bewust zijn van de verschillen in culturen. Zij gaf als voorbeeld dat we in Nederland als logopedist de interacties tussen ouders en kinderen belangrijk vinden voor het stimuleren van de taalontwikkeling. We adviseren vaak om meer te praten met het kind en onderstrepen het belang van oogcontact maken. Dat is echter typisch Westers. In andere culturen wordt er tussen moeder en kind minder gesproken, maar is er veel lichamelijk contact doordat ze veel worden gedragen. Zij hebben dus een andere manier van communiceren. Wat voor de één goed en passend is, kan anders zijn voor iemand met een andere achtergrond.
Ook is het Westerse schoolsysteem wennen voor kinderen met een andere cultuur. Zij scoren bijna altijd lager op onderzoeken op school, omdat ze onze manier van testen niet gewend zijn. Dat zet ons aan het denken; hoe zouden we dit anders kunnen aanpakken?

De eerste keynote werd gegeven door Simone Goosen i.s.m. Homeyra Saiid. Zij bracht ons op de hoogte van de laatste stand van zaken omtrent tolken in de zorg.
Op dit moment wonen er 2,7 miljoen mensen in Nederland die in een ander land geboren zijn. Iedereen heeft, volgens het WGBO, recht op juiste informatie, recht om toestemming te geven en het recht om samen beslissingen te nemen. Stel je bent één van de 2,7 miljoen en je beheerst de Nederlandse taal niet goed, hoe kan je dan goed geïnformeerd zijn over de zorg die je krijgt? Of de beslissingen die worden genomen? Als professional ben je ook nog eens verplicht om goede zorg te leveren. De taal mag dan toch geen obstakel zijn?!

Ook vertelde ze schrijnende verhalen over kinderen die moeten tolken voor hun ouders tijdens opname in het ziekenhuis, omdat ze het Nederlands niet goed beheersen. Deze kinderen worden geconfronteerd met allerlei (medische) onderwerpen en moeilijke keuzes. Simone Goosen pleit ervoor om dit te voorkomen door tolken aan te stellen. Daarover gaat de campagne “Tolken terug in de zorg”, “een kind moet een kind zijn”.

De parallelsessie Volwassenen begon met een lezing van Ilvi Blessenaar over verstaanbaarheid bij NT2. Naast het feit dat het belangrijk is dat de mensen begrijpen wat je vraagt of aan ze vertelt, is het ook belangrijk dat ze goed verstaanbaar zijn als ze Nederlands als tweede taal hebben geleerd. De Nederlandse taal is niet alleen moeilijk te begrijpen, maar ook moeilijk om uit te spreken. Het effect van verstaanbaarheid op participatie is nog een onderbelicht onderwerp. De rol van de logopedist is hierin nog niet zo bekend, ondanks dat de logopedist veel kan betekenen in samenwerking met NT2-docenten, taalvrijwilligers en NT2-leerders.

De tweede lezing in de parallelsessie volwassenen werd gegeven door Homeyra Saiid waarin ze vertelde dat het systeem in Nederland monolinguaal is opgebouwd, ondanks dat 1 op de 8 personen in Nederland een migratieachtergrond heeft en alleen al in Amsterdam 180 culturen met elkaar samen leven. De zorg is moeilijk te vinden voor mensen met een migratieachtergrond en als ze al op de juiste plek zijn, is het herkennen van hun zorgvraag lastig. Zij geeft aan dat het belangrijk is je te realiseren wie je voor je hebt, wat voor achtergrond hij/zij heeft. Cultuurverschillen en meertaligheid gaan hand in hand.

De parallel sessie van de kinderen startte met een lezing van Elena Tribushinina, Jasmijn Stolvoort en Joyce Meuwissen over CodeTaal; een meertalige interventie voor leerlingen met een TOS. De gangbare methodes Engels in het onderwijs gaan uit van impliciet leren. We weten uit steeds meer onderzoek dat leerlingen met een TOS op deze manier onvoldoende taal oppikken. Bij CodeTaal wordt Engels geleerd door de woordenschat en grammatica  systematisch met het Nederlands en/of de moedertaal te vergelijken. Kennis van het Nederlands wordt ingezet om Engels te leren. Daarbij worden de verschillen en overeenkomsten in grammatica inzichtelijk gemaakt d.m.v. een kleur- en vormensysteem. CodeTaal is beschikbaar voor PO en VO.  De resultaten zijn positief; woordenschat en grammatica verbeteren. Meer informatie op www.uu.nl/codetaal.

Daarna volgde een lezing van Mirjam Blumenthal (als vervanger van Meike de Beer, die helaas door ziekte verhinderd was) over meertalige diagnostiek en behandeling van de spraakontwikkeling met behulp van de Speakaboo en de Thuistaaltool. In 2016 werd de Speakaboo -app ontwikkeld om de spraak van een kind in een andere taal te onderzoeken. Na de introductie en het gebruik daarvan ontstond al snel behoefte aan een hulpmiddel waarmee meertalige en anderstalige ouders van kinderen met TOS thuis klankoefeningen in de thuistaal kunnen maken en oefenen. Daarmee werd de ontwikkeling van de Thuistaaltool in gang gezet. De Thuistaaltool bevat op dit moment 350 woorden in het Nederlands, Pools en Turks. Het idee is bij het oefenen in de app doelklanken te kiezen, die in de thuistaal èn het Nederlands voorkomen. De tool bevat luister- en productie-oefeningen. Tijdens de lezing gaf Mirjam een korte impressie van de app. Er is in 2022 een pilot mee gedaan en de resultaten zijn positief. Op dit moment wordt de app doorontwikkeld. Als je wilt meedoen aan een pilot in 2023 of 2024, kun je je onder andere bij Mirjam opgeven.

De gemene deler van de twee lezingen in het parallelprogramma kinderen was dat het inzetten van de eigen taal belangrijk is bij het oefenen en leren van de ‘vreemde’ taal en spraak. Het heeft een positief effect op de taal- en klankontwikkeling in beide talen.

Voor wie zich niet genoeg in kennis ondergedompeld voelde, was er tijdens de middagpauze nog gelegenheid een korte interactieve pitch van Sione Twilt over haar promotieonderzoek LIMINA te volgen.

Dit onderzoekstraject richt zich op meertalige communicatie in het logopedisch consult. Ze vroeg de aanwezigen hoe zij de interactie met meertalige ouders ervaren. Daarna nodigde ze iedereen uit via “Padled” aan te geven wat voor hen belangrijk is in het onderzoek naar meertalige communicatie met ouders? Je kunt dat hier nog steeds doen. Meer info over het onderzoek hier.

De dag werd afgesloten met een keynote van Ruth Dalemans waarin zij ons meenam in de ontwikkeling van de ‘Leidraad Communicatievriendelijk meten’. Stel je werkt als professional in de zorg en je wil meer weten over iemands (medische) voorgeschiedenis, of je wil het effect van een behandelinterventie meten. De cliënt die tegenover je zit beheerst de Nederlandse taal niet voldoende of heeft moeite met het begrijpen van taal ten gevolge van hersenletsel.  Deze vragenlijsten zijn vaak niet communicatief vriendelijk en meten dan niet wat ze beogen te meten; de metingen zijn dan niet valide. In de ‘leidraad communicatievriendelijk meten’ wordt uitgebreid ingegaan hoe je vragenlijsten en/of brieven kan aanpassen zodat mensen die communicatiekwetsbaar zijn de vragenlijsten goed begrijpen en kunnen invullen.


Dank aan alle sprekers en geïnteresseerden voor deze inspirerende dag.
Houd vooral de volgende editie van de Dag van de Logopediewetenschap in de gaten, deze wordt vaak in juni georganiseerd.

Klik hier voor de beschikbare hand-outs van de lezingen.