Abstract Snieders

Selecteren van zinsmateriaal voor het meten van spraakverstaan bij kinderen

Binnen de audiologie wordt zinsmateriaal gebruikt om het spraakverstaan (in ruis) in kaart te brengen. Voor Nederlandstalige kinderen ontbreekt echter een gevalideerde set zinnen die voor dit doel gebruikt kan worden. In onder andere het Engels, Frans, Deens en Kantonees zijn zinslijsten ontwikkeld voor kinderen door een selectie te maken van zinnen uit de spraakperceptietest voor volwassenen. In sommige gevallen berustte deze selectie op een zinsrepetitietaak in stilte, waarbij zinnen geselecteerd werden die door 50 tot 100 procent van de kinderen goed werden nagezegd. In geen van de gevallen werd het taalniveau van de kinderen onder studie of de talige complexiteit van de zinnen in beschouwing genomen.

Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van een groter project dat als doel heeft een spraak-in-ruis test te ontwikkelen voor kinderen van zes jaar en ouder. Het doel was zinnen te selecteren voor kinderen van zes jaar en ouder uit de beschikbare spraak-in-ruis test voor volwassenen vanuit de taalkunde. De onderzoeksvraag luidde: in hoeverre beïnvloeden lexicale en grammaticale parameters de accuratesse waarmee zich normaal ontwikkelende zesjarigen zinnen herhalen uit een Nederlandse spraak-in-ruis test voor volwassenen?

Dit cross-sectionele onderzoek bestond uit een zinsrepetitietaak met zinnen uit de Nederlandse spraak-in-ruis test voor volwassenen. De taalkundige complexiteit van de zinnen was voorafgaand aan het experiment beschreven aan de hand van vijf parameters: woordverwervingsleeftijd, zinslengte, voorzetsels, zinsstructuur en werkwoordvervoeging. Veertig zesjarigen voltooiden het experiment dat bestond uit 100 zinnen die werden aangeboden door een koptelefoon in een stille luistersituatie. De primaire uitkomstmaat bestond uit de accuratesse van nazeggen (dichotoom) en de gebruikte analysemethode was logistische regressie. Tijdens de presentatie zal de invloed van de verschillende variabelen op de accuratesse van nazeggen worden besproken. Ook zal de zinsselectie worden getoond die op basis van dit experiment is gemaakt. Vervolgonderzoek bestaat uit het valideren van deze zinsselectie met een experiment in ruis.