Abstract Koeken

Kinderafasie in Kaart

Inleiding: Net als bij volwassenen, kan een niet-aangeboren hersenbeschadiging ook bij kinderen leiden tot afasie; verworven kinderafasie. Terwijl er voor de logopedische behandeling van afasie bij volwassenen in toenemende mate evidentie beschikbaar is, zijn de gegevens over de inhoud en het effect van de behandeling van kinderen met afasie schaars. De populatie is kleiner en heterogener, wat het opzetten van effectstudies bemoeilijkt. Dit maakt de klinische praktijk complex.

Doelstelling: Kinderafasie in Kaart (KIK) is een project dat is opgezet om te komen tot een bundeling van kennis en ervaring van de behandelaren van verworven kinderafasie in de kinderrevalidatie in Nederland.

Methode: In het vooronderzoek (deel 1) van het project werd middels een e-Delphi procedure consensus verkregen over de in de landelijke database op te nemen taaltests. Daarnaast werd informatie verkregen over de huidige frequentie van behandeling en de manier van verwijzen. De Delphi procedure werd gedaan bij logopedisten, neurologen, revalidatieartsen, klinisch linguïsten, orthopedagogen en psychologen uit 23 verschillende zorginstellingen in Nederland. Deze procedure had drie rondes met vragenlijsten, waarin de eerste ronde een algemene vragenlijst betrof voor alle betrokkenen en de tweede en derde ronde betrof een diagnostiek vragenlijst bestemd voor logopedisten en klinisch linguïsten.

Resultaten: Van 85 uitgestuurde online vragenlijsten waren er 75 ingevuld. Uit de algemene vragenlijst werd duidelijk dat professionals de meeste verwijzingen van revalidatieartsen en neurologen kregen. De term kinderafasie werd hierin nauwelijks gebruikt. De therapiefrequentie varieerde van één keer per week tot dagelijks, waarbij de frequentie van twee keer per week het meest aangegeven werd door de professionals.

Middels de vragenlijsten van de tweede en derde Delphi ronde met logopedisten en klinisch linguïsten is consensus bereikt over een viertal sets taaldiagnostische instrumenten voor vier leeftijdscategorieën (jonger dan 3 jaar, 3 tot 6 jaar, 6 tot 12 jaar en ouder dan 12 jaar). Deze zullen worden opgenomen in de landelijke database. Hiermee worden de taaldomeinen taalbegrip, taalproductie, spontane taal en communicatief gedrag onderzocht.

Conclusie en aanbevelingen: In deel 1 van KIK bleek er grote bereidheid te zijn tot deelname aan een landelijke database voor het systematisch registreren en volgen van kinderen met verworven kinderafasie. Daarnaast is consensus over diagnostiek bereikt. Onlangs is KIK deel 2 gestart. Hierin is de landelijke database gebouwd, alsmede de ICT omgeving hier om heen. Binnenkort start een pilot in twee instellingen om de database te toetsen.